top of page

Door de stallingen het station niet meer zien


2[Kai Liang] - Je wilt je trein halen en zoekt naarstig naar een plek waar je snel je fiets kunt neerzetten. Het liefst zo dicht mogelijk bij de ingang van het station, waar overal al fietsen langs en tussen gepropt staan. Je perst je eigen fiets uiteindelijk in het laatste smalle plekje. En terwijl je je een weg baant naar het station, hoop je onderweg niet een dominoval van fietsen te veroorzaken.

Vrijwel iedereen herkent deze situatie rondom grote stations. De Rijksoverheid stopt met de aanpak hiervan te faciliteren en financieren en laat het over aan de lokale partijen. Hoe gaat dit dan verder?

De Rijksoverheid zorgde de afgelopen jaren via investeringsprogramma’s voor meer stallingsplekken voor fietsen rondom de stations. De toegenomen stallingscapaciteit droeg bij aan de sterke toename van het fietsgebruik. Zo’n 40% van de treinreizigers komt inmiddels op de fiets naar het station. De fiets is daarmee een belangrijke schakel geworden in het voor- en natransport naar het station. Zijn de stationsgebieden er daardoor leefbaarder op geworden? Veelal niet. De vele fietsen maken het vooral rommeliger rondom het station.

Dit komt doordat het Rijksprogramma zich vooral richtte op het vergroten van de capaciteit en kwaliteit van de stallingsplekken Het had weinig oog voor de lokale factoren, zoals de reeds aanwezige stallingsplekken en het handhavingsbeleid. Dit leidde onder andere tot elkaar beconcurrerende stallingen, gebouwde stallingen die half leeg staan en de toename van weesfietsen. Omdat voetgangers, bussen en auto’s daarnaast ook ruimte opeisen, is de ruimtelijke kwaliteit rondom stationsgebieden met de toename van fietsen er niet beter van geworden.

Vanaf 2020 zal het Rijk de realisatie van fietsenstallingsplekken niet meer faciliteren en financieren. De verantwoordelijkheid hiervoor komt dan te liggen bij de lokale partijen. Dit terwijl de trend van het stijgende gebruik naar verwachting zal voortzetten en daarmee de problemen urgenter en groter dreigen te worden.

De oplossingen blijven vooral uit omdat de organisatie rondom stationsgebieden, en daarmee ook fietsenstallingen, vaak versnipperd en complex is. Niemand heeft de verantwoordelijkheid voor het totaal. Gemeenten staan nu voor de opgave de regie hiervan naar zich toe te trekken. In overleg met de relevante partners, in eerste instantie NS en ProRail, moeten ze komen tot een totaalaanpak.

Een totaalaanpak waarin men naast de aanleg van de stallingen, ook nadenkt over exploitatie, beheer en handhaving. Een aanpak die voortkomt uit een gezamenlijke verkenning van de beschikbare ruimte, de gewenste ruimtelijke kwaliteit en de bereikbaarheid van de stationsomgeving. Waarin samen wordt vastgesteld wanneer de doelen zijn bereikt.

Een succesvolle aanpak vraagt om een samenwerking met de volgende ingrediënten:

  • Iedere partij is bereid vanuit zijn eigen expertise actief bij te dragen.

Een betaalde stalling wordt niet gebruikt zolang de gemeente zijn handhavingsbeleid niet aanpast en uitvoert. Gemeenten kennen bovendien de lokale situatie het best. NS weet hoe stations functioneren en heeft ervaring met de exploitatie van stallingen. ProRail, als eigenaar van veel stallingsvoorzieningen, weet wat nodig is voor het beheer van stallingen.

  • Commitment vanaf visie tot en met realisatie en ook de beheerfase.

Het is nodig dat partijen met elkaar blijven communiceren om eventuele problemen die met voortschrijdend inzicht kunnen ontstaan, gezamenlijk op te lossen. Ook wordt vaak pas in de beheerfase duidelijk of de doelstellingen zijn bereikt of dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Het gezamenlijk monitoren van bijvoorbeeld de bezetting van stallingen en handhavingsgegevens geeft informatie om bijsturingsafspraken te maken.

  • Het opstellen van een gezamenlijke Business Case.

Door de kosten (en opbrengsten) van beheer, toezicht, handhaving en exploitatie te combineren wordt inzichtelijk welke aspecten invloed hebben op het gebruik van een stallingsvoorziening.

Daarnaast kunnen bijvoorbeeld door meerdere stallingen in een gebied te beschouwen, schaalvoordelen ontstaan die tot uiting komen in lagere kosten.

  • Een onafhankelijk procesmanager.

Een procesmanager die draagvlak heeft bij alle partijen helpt om het gezamenlijk doel van de samenwerking in beeld te brengen en te houden. De procesmanager richt zich op het organiseren van de samenwerking, zodat meewerkende partijen zich kunnen richten op hun inhoudelijke bijdragen.

Vlak voor de zomer is in Utrecht de eerste nieuwe stalling opgeleverd voor 4200 fietsen aan de westzijde van het station. Over de exploitatie hiervan hebben de gemeente, NS en ProRail voor twee jaar afspraken gemaakt. Dit heeft zich nu al gemanifesteerd in een vrijwel leeg voorplein en een goed gebruik van de stalling vanaf de eerste opening.

Aan de oostzijde van het station start binnenkort de bouw van een stalling voor 12.500 fietsen, als onderdeel van een totaalplan om uiteindelijk 22.000 fietsparkeerplaatsen aan te bieden in het stationsgebied. Hopelijk leidt een voortzetting van de samenwerking ertoe dat reizigers, fietsers en voetgangers hier straks ook de levendigheid van het station kunnen ervaren evenals de ruimte voor het station.

Featued Posts 
Recent Posts 
Find Me On
  • Facebook Long Shadow
  • Twitter Long Shadow
  • YouTube Long Shadow
  • Instagram Long Shadow
Other Favotite PR Blogs
Serach By Tags
bottom of page