[1 ARTIKEL, 7 MENINGEN] Over de (on)zin van stadslandbouw
[Ronald van Velzen] - Bij mij om de hoek is een verloederd plantsoentje door een paar groene buurtbewoners in gebruik genomen als groentetuin. Heel mooi. Dat er in de stad wat bewuste types zo’n plantsoentje nieuw leven inblazen, daar kan niemand op tegen zijn. Maar is het nu echt nodig daar zo veel congressen, expertmeetings, debatten, beleidsnota’s en subsidies aan te wijden? Bij deze hype worden stadslandbouw-o-logen vanuit de hele wereld ingevlogen om groente en vee als nieuw ordenend principe van onze steden uit te dragen. En het lukt ze nog ook! Wat een onzin!
Opeens was het er. Stadslandbouw als thema. Grofweg worden drie redenen aangevoerd ter ondersteuning ervan (1) het is duurzamer (2) het brengt mensen (en kinderen) dichter bij voedselproductie en (3) het is goed voor de sociale cohesie. Om met het laatste te beginnen: wat een kulargument. Sociale cohesie moet plaatsvinden in de daadwerkelijke context van een buurt of stad, niet door het inzetten van een wezensvreemd element. Met hetzelfde argument kun je hip hop inzetten voor de sociale cohesie in een bejaardenhuis! En hier raken we ook aan het tweede punt. Met het zelfde argument waarmee voedselproductie nu weer terugmoet naar de stad, kunnen we ook zware industrie op het platteland een plek geven. Waarom zouden we de kinderen op het platteland niet vaker willen laten zien hoe een iPhone gemaakt wordt? Hoe een auto in elkaar wordt gezet? Of hoe een verzekeringsbedrijf wordt gerund? Toch een paar economische wezenlijke voorbeelden.
Stadslandbouw is niet duurzaam
Maar laten we aannemen dat stadslandbouw vooral duurzaamheid moet bevorderen. We hebben er eeuwen over gedaan om in de westerse wereld een beetje af te komen van een autarkische economie. Is jouw grond beter voor het houden van varkens en het mijne geschikt voor het kweken van aardappels? Mooi, dan regelen we dat zo. Wij ruilen een varken voor een mud aardappels. Zo is de economie begonnen te draaien. Specialisatie heet dat. Die specialisatie is verder en verder ontwikkeld. Mooi! Dat heet vooruitgang. Leidt stadslandbouw dan tot schonere lucht? Amper. Nederlanders moeten echt massaal hun voedsel aan stadslandbouw onttrekken wil er enige meetbare CO2-reductie zijn. Dat gaat, geloof mij, echt nooit lukken. Dit terwijl de winst voor het klimaat natuurlijk vooral zit in het terugdringen van wereldwijde transportkilometers van voedsel door de consument. Natuurlijk kan die agrarische superspecialisatie wel wat minder. We spinnen al goed garen wanneer er 2% minder sperziebonen uit Peru of blini’s uit Madagaskar wordt gegeten. En heus: dan mogen mijn blini’s rustig helemaal uit Groningen komen.
Stadslandbouw in Nederland?
Stadslandbouw in Nederland!! Zelfs een centrumbewoner in Amsterdam heeft, als hij zich een beetje kwaad maakt, binnen een kwartiertje fietsen een aardappelveld of een grazende koe in het vizier. Ik heb ooit eens begrepen dat een van de voorvechters van stadslandbouw, Carolyn Steel, zich er over verbaaste dat zij juist uit Nederland veel uitnodigingen kreeg om haar visie te vertellen. En dat snap ik wel. Want juist hier in het kleine Nederland met zijn strakke ruimtelijke ordening is stadslandbouw helemaal niet nodig! Trouwens: Nederlandse steden hadden tot een jaar of 20 geleden behoorlijk wat stadslandbouw. We noemden dat toen nog volkstuinen, weet u nog? De meeste daarvan moesten wijken voor infrastructuur of kantoren. Prima. Maar de logica van het ophippen van het fenomeen volkstuin tot elitetuin, want dat is stadslandbouw, ontgaat me. Het is een hype van een elitaire groep. Want echt: ons voedsel zou stukken en stukken duurder worden als we massaal aan de stadslandbouw gingen. Prima, als er ergens een braak stuk grond wordt ingezaaid. Maar onze ruimtelijke ordening zou zich niet moeten inlaten met dergelijke hypes.