top of page

Bouwen met mensen - een artikel over Joop


cartoon.gif

[Joktan Cohen] Bij een tot dat moment politiek correcte brainstormsessie over het terugdringen van autogebruik nam een vrachtwagenchauffeur het woord; ‘Wat een gelul allemaal’ zei hij. ‘Ik ben ook natuur. Dus als ik als het regent in de auto stap, ben ik gewoon natuurvriendelijk bezig’.

Egoïsme is een prima motivatie voor actie en vernieuwing, ook bij ruimtelijke projecten. Neem bijvoorbeeld Joop uit Zaandam: Joop huurde al 40 jaar dezelfde flat en combineert eigenbelang moeiteloos met liefde voor de buurt en cynisme ten opzichte van professionals ‘van buiten’. Joop lijkt daarmee de schrik van iedere participatieavond maar is eigenlijk ‘woonspecialist’, ‘inspiratiebron’ en, na een beetje kaderstelling door de professionals, een ‘leider voor de wijk’. Een soort held M/V die elk project nodig heeft. Wie is jouw Joop?

Nadat de chauffeur zich in de brainstormsessie als ‘natuurvriendelijke’ had bestempeld, volgde een pijnlijke stilte die nog lang na de sessie na bleef galmen. Want in essentie beschrijft het aardig waar de meeste mensen het voor doen; zichzelf. En dat is een prima drijfveer om tot verbeteringen te komen. Wijkverbetering, dorpen en steden kunnen niet zonder eigenbelang en zonder hard core individualisten gaat de wereld maar langzaam vooruit.

In de Kleurenbuurt in Zaandam woont een bijzondere man. Laten we hem Joop noemen. Joop huurt en woont zo ongeveer zijn hele leven al in die buurt, heeft een mening over alles en heeft al veel wethouders en corporatiedirecteuren zien komen en gaan. Joop is niet makkelijk. Joop is kritisch. En Joop vertelt graag, gevraagd of ongevraagd, dat hij als langjarige huurder ‘zijn woning al minstens twee heeft keer betaald’. Dus kom niet aan met huurverhoging of slappe praat over de noodzaak tot sloop. En o ja, Joop is een imposante man, ex treinmachinist en enthousiast Harley-rijder. Kortom; Joop is de schrik van elke inspraakavond. Want als je net lekker aan het vertellen bent wat er met de wijk moet gebeuren, maakt hij het met een enkele, dodelijke, zinsnede af.

Toen ik als projectmanager in die wijk begon met de opdracht om ‘de wijk mee te krijgen’ voor sloop en renovatie, kwam er dus automatisch de waarschuwing bij dat ik vooral Joop moest ontlopen. (…) Lang verhaal kort; Joop was een geweldige kerel. Hij had oog voor de buurt. Hart voor de zaak en altijd bereid mensen op asociaal gedrag aan te spreken. Ok, toegegeven, zonder enig tegenwicht en argument kon Joop wel wat ver doorschieten in het vergroten van zijn eigen situatie naar de situatie van de wijk. Zelf niet bang wil niet zeggen dat niemand bang is. Zelf in de buurt actief wil niet zeggen dat het een actieve buurt is. Dus die gesprekken zijn we aangegaan. Na de kennismaking heb ik Joop voor mezelf benoemd tot ‘woonspecialist’; niet de beslisser maar wel een indicator en initiator voor verbetering. Had iedere straat of galerij maar een Joop.

Als mensen voor zichzelf kunnen knokken, betekent dit vaak dat er heel wat van de grond komt. Het ‘kunnen’ van deze mensen draagt bij aan het realiseren van doelen en reikt daarmee vaak verder dan alleen het individuele doel. Maar vrijwel niemand bouwt eigenhandig een woning en al helemaal geen stad. Hoe groter de schaal hoe belangrijker het dus is om tot een vorm van samenwerking te komen. En dan bij voorkeur met veel en veel ‘soorten Joop’ en een gezamenlijk doel en/of kader.

Bij de stadsvernieuwing is het belang van de bijdrage van mensen met visie het laatste decennium heel helder geworden. Waar veel gemeentes en ontwikkelaars voor de crisis nog dachten weg te komen met een vorm van financiële afkoop of ‘harde aanpak’, blijkt in financieel krappe tijden dat samenwerken logisch is en loont. Financieel komt dit omdat de marges klein zijn en er daarom geen geld is voor tegenvallers. Er zijn niet altijd maar stijgende opbrengsten waardoor vertraging door tegenstand juist financieel voordelig is. Tenminste niet nu. Maar altijd vinden tijd, geld en risico’s mekaar in een steeds wisselende balans. De zorg ligt dan bij de kwaliteit. Want hoe definiëren we die?

Als we kwaliteit definiëren als; ‘het verkrijgen van wat je vraagt’, wordt succes klantafhankelijk. Dat is lastig als de klant niet weet wat ‘ie wil of jij niet weet wat de klant wil. Het omgekeerde levert een enorme stimulans: De mensen in een wijk kennen deze goed en velen kunnen echt de toekomst wel overzien. Vaak beter dan de externe professional. Luisteren naar de bewoners als ‘woonspecialisten’ levert veel informatie op. Klantinformatie die onmisbaar is voor het leveren van kwaliteit.

Of het een trend is of de nieuwe werkelijkheid is om ‘bottum up’ of ‘van buiten naar binnen’ met de stad aan de slag te gaan doet er niet toe. De kern van het krijgen van kwaliteit is het oogsten van de energie en visie van Joop. Niet blind volgen, maar als professional ermee aan de slag gaan. Naar luisteren, aanvoelen en verwerken tot een actie.

Ok. toegegeven; Joop is geen geval ‘dikke ikke’ maar een reus met zijn hart op de goede plaats. En daar zijn er bijna altijd wel één of meerderen van in de buurt. Zet daar je expertise naast. Je eigen dromen of de doelstellingen van de organisatie waar je voor werkt. En als je dat combineert, deelt en met Joop aanscherpt, is het overtuigen van de raad van commissarissen of gemeenteraad een eitje. Gegarandeerd.

Wie is jouw Joop?

Lees hier over de Jopen van de redacteuren van het Zelfstandig Nieuwsblad.

Featued Posts 
Recent Posts 
Find Me On
  • Facebook Long Shadow
  • Twitter Long Shadow
  • YouTube Long Shadow
  • Instagram Long Shadow
Other Favotite PR Blogs
Serach By Tags
bottom of page