top of page

#WatNouEindeVanWinkels: over de zonnige toekomst van detailhandel


Het is 2 juni 2016, even na 14.00 uur; CineMec, Utrecht, onder de rook van het veel bediscussieerde maar toch in aanbouw zijnde Leidsche Rijn Centrum. De 160 aanwezigen bij de boekpresentatie #Watnoueindevanwinkels zitten op het puntje van hun stoel. Cor Molenaar gaat op Radio 1 eindelijk in debat met Hans van Tellingen. Het debat, dat je wist dat zou komen, maar tot dusver nooit doorging. In 2011 verscheen ‘Het einde van winkels’ van Cor Molenaar, bijzonder hoogleraar e-marketing aan de Erasmus Universiteit. De toekomst van de (fysieke) winkel zag er volgens hem somber uit. Maar was dat wel terecht? Met de kennis van toen maar zeker met de kennis van nu? Hans van Tellingen schreef er samen met 11 co-auteurs, waaronder ZN-er Ronald van Velzen, een boek over. De titel #WatNouEindeVanWinkels geeft een ander beeld dan veel doemdenkers. Een zonniger beeld!

Boeken van Cor Molenaar waren zeker niet de enige oorzaak waardoor er een zwarte deken leek te vallen over onze winkelstraten. Het waren ook bijeenkomsten en publicaties in het kader van Shopping 2020 en cijfers van Thuiswinkel.org (de branche-organisatie van de webwinkels maar ook de organisatie die de bijzondere leerstoel van professor Molenaar financiert) waardoor je haast als vanzelf ging twijfelen aan het voortbestaan van winkelstraten. Er werd voorspeld dat binnen 10 jaar 30% tot 40% van de winkels zou verdwijnen. Webwinkels presenteerden indrukwekkende groeicijfers. En, eerlijk is eerlijk, de leegstand in sommige winkelgebieden liep snel op.

Wantrouwen niet terecht

Maar er is ook een andere waarheid. Hans van Tellingen van bureau Strabo ging er samen met zijn co-auteurs achteraan. Is internet wel verantwoordelijk voor zoveel schade?, vroeg hij zich af. Maar waarom is er in een stad als Amsterdam, Haarlem of Den Haag dan zo weinig leegstand? Hebben de inwoners daar geen toegang tot internet? Maar ook: als binnen 10 jaar 30% tot 40% van de winkels gaat verdwijnen, dan zou je nu, halverwege 2016 toch zeker al op 20% winkelleegstand moeten zitten? (Ook in goede tijden bedroeg de winkelleegstand steeds zo’n 5%). En dat is nog lang niet het geval. Landelijk bedraagt de winkelleegstand circa 7,5%.

Er zijn dus andere factoren die meespelen. Kijkend naar het winkellandschap zien we winnaars en verliezers. Verliezers zien we vooral in die gebieden waar bevolkingskrimp is (bijvoorbeeld Oost-Groningen of Zuid-Limburg), of waar de groei achterblijft bij de verwachtingen (bijvoorbeeld Lelystad), of waar gewoonweg te weinig kwaliteit is in het winkelgebied (slecht imago, verouderde gebouwen, slecht parkeren, weinig aansprekende winkels, bijvoorbeeld alweer Lelystad). Er zijn ook uitstekend draaiende winkelgebieden. De Haagse binnenstad. Groningen-stad. Stadshart Amstelveen. Leidsenhage (Leidschendam). Grote wijkwinkelcentra waarin goed is geïnvesteerd, zoals het Gelderlandplein in Amsterdam-Buitenveldert. Veel stadsstraten, zoals de Witte de Withstraat in Rotterdam of de Frederik Hendriklaan in Den Haag, die authentiek zijn en een duidelijk profiel hebben. Legio boodschappencentra in de woonbuurten (stelregel: met twee supermarkten en goed parkeren, gaat het goed).

Maar al die faillissementen dan? V&D, Perry Sport, Scapino en noem maar op? Dat is toch een teken aan de wand? Ja, in zoverre dat het winkels zijn die door de economische crisis het moeilijk kregen. Maar ze kregen het juist moeilijk, omdat ze al 20 of 30 jaar onvoldoende vernieuw(en)d (zijn). De consument van vandaag is kritisch. Technologische veranderingen faciliteren die kritische houding. Winkels moeten dus veranderen, vernieuwen en innoveren. Er zijn spelers die dat uitstekend doen: Ikea, H&M, Primark, Action, Rituals. Hebben de traditionele Nederlandse ketens (vroeger was detailhandel een Nederlands exportproduct) het moeilijk, er staan nog veel buitenlandse ketens in de rij om het winkellandschap in Nederland op te schudden. Hudson’s Bay (de Canadese warenhuisketen die mogelijk een aantal V&D-panden gaat vullen), Uniqlo (mode), Muji (warenhuis). En ook waar: we zien steeds meer zelfstandige start-ups in de detailhandel. Het is weer leuk om een winkel te beginnen. Hoe lang is dat geleden??? Jammer is hierbij wel dat veel banken dit uiterst moeilijk maken. Immers, zij zijn ook gaan geloven in het einde van winkels. Een nieuwe winkel krijgt vaak geen financiering als er niet ook een webshop aangeknoopt is. Onzin! Veel winkels hebben geen webshop nodig. Als ze maar wel een online-strategie hebben, waarbij ze hun potentiële klanten online weten te bereiken

De toekomst van de meeste winkels is een zonnige

Winkelen is nog steeds vrijetijdsbesteding nummer één voor veel mensen. Ergens in het boek staat de zin ‘zo lang er vrouwen zijn, wordt er gewinkeld’. Ik vul dit zelf nog weleens aan met ‘… en homo’s’, maar de essentie is volgens mij duidelijk. Veel mensen vinden winkelen gewoon leuk. Het online kopen van ‘musthave’-artikelen, maakt ook wel dat we meer tijd hebben voor het kopen van ‘wanna have’-dingen in stadscentra. Daardoor moet het wel anders. Gastvrijer. Vernieuwender. Meer horeca. Wie om zich heen kijkt ziet dat horeca vrijwel overal enorm is toegenomen. En dat is prima. Heel vroeger gingen we naar de stad om een koe te kopen, later haalden we er een biefstuk en nu eten we in de stad een broodje met langzaam gegaarde ossenworst. Dat noemen we vooruitgang. Het is zonneklaar dat de economische crisis samen met technologische veranderingen voor een opschudding van het winkelnest heeft gezorgd. Maar iedereen die nu nog denkt in offline versus online ‘denkt nog in 2012’. Alles is online en offline tegelijk. Het oriënteren en het aankopen. Maar dat onlinespelers (pure webplayers) vaak niet zonder fysieke winkel kunnen zien we ook. Het marktaandeel van online winkelen is moeilijk te berekenen maar bedraagt zeker geen 18% zoals door de thuiswinkelbranche (met een rekensom waar de juffrouw van groep 4 je om zou uitlachen) werd becijferd. Vijf procent lijkt realistischer.

Terug naar de studio in Hilversum ;-)

De toekomst van veel winkelgebieden en veel winkels is dan ook een zonnige. Maar ze moeten wel innovatief zijn. Met hun tijd mee gaan. Snappen wat gastvrijheid is. En gewoon uitstralen dat ze er zijn voor u: de consument. ‘Winkels en winkelgebieden moeten hun relevantie bepalen’, is een terechte observatie van …. Cor Molenaar. Het radiodebat op Radio 1 is een ouderwets hoorspel. Je ruikt als het ware de leeuwen in de kooi. Hoewel Cor niet meer het einde der (winkel)tijden bepleit. ‘Met deze Cor ben ik het wél eens’, horen we Hans van Tellingen zeggen, ‘Hij heeft zijn toon gematigd en is gederadicaliseerd!’. Kennelijk heeft Cor de inhoud van het boek #WatNouEindeVanWinkels goed bestudeerd.

Ronald van Velzen is adviseur bij CityWorks. Hij is één van de co-auteurs van het boek #WatNouEindeVanWinkels. Hans van Tellingen van Strabo is hiervan de hoofdauteur en initiatiefnemer. Het boek is verkrijgbaar op www.strabo.nl en bij de meeste boekhandels. En oh ja, ook bij Bol.com!

Featued Posts 
Recent Posts 
Find Me On
  • Facebook Long Shadow
  • Twitter Long Shadow
  • YouTube Long Shadow
  • Instagram Long Shadow
Other Favotite PR Blogs
Serach By Tags
bottom of page