Landschap als een slecht beheerd kunstwerk
Landschappen en stadsgezichten worden al eeuwenlang geschilderd en gefotografeerd. Ze spreken tot de verbeelding. De heuvels en weiden, de vergezichten, de stadsgezichten, de meanderende rivieren. Landschap is mooi, dramatisch, zet aan tot dromen en geeft perspectief. Hoe het landschap spreekt en inspireert werd weer eens duidelijk op de prachtige tentoonstelling Gelderland Grensland in CODA Apeldoorn die deze zomer te zien was. Landschap doet iets met je.
Een speciaal type landschapsschildering is het panorama. Je staat op een verhoging in een donkere ruimte, middenin een enorm schilderij dat helemaal om je heen te zien is en dat op de voorgrond overgaat in een echt stukje zand of gras. Naast het welbekende panorama Mesdag zag ik deze zomer nog een prachtige panoramaschildering in Wroclaw (Polen). Het panorama is een schitterende illusie waarmee je onderdeel bent van een imaginair landschap. Zo ga je vanzelf het landschap in detail bestuderen en je ervaart wat landschap met je doet. Landschap ervaren doen we ook steeds meer ‘in het echt’.
Ons landschap wordt steeds meer gebruikt als een panorama dat wordt geconsumeerd en ervaren om haar schoonheid, ruimte, stilte en kleuren. Regio’s investeren in fiets- en wandelnetwerken en mooie thematische routes. ‘Tiny Houses’ en ‘ecolodges’ laten ons de rust en ruimte tijdens ons verblijf ervaren. Fietsen en wandelen, nu al een van de belangrijkste vrijetijdsbestedingen, blijven verder groeien. De fiets- en wandelbeurs is een van de drukstbezochte vakantiebeurzen van Nederland, met grote stands van streken en provincies die de schoonheid van hun landschappen omzetten in klinkende munt. Voor steden en regio’s zijn de eigen landschappen ook een onmisbare factor bij het aantrekken van internationale kennisintensieve bedrijven. Landschap waar je van kunt genieten is dus ook economisch alsmaar belangrijker en kostbaarder.
Vreemd genoeg zien we die waarde bijna nergens terug in de manier waarop we met ons landschap omgaan. Ons landschap wordt gebruikt om steeds meer productie uit dezelfde oppervlakte te halen. Dat betekent zo groot mogelijke akkers met smetteloos Engels raaigras zonder bloemetjes en kruiden en met de koeien op stal. Het aantal mega-distributie-hallen in ons landschap blijft snel toenemen, mede dankzij het internetwinkelen. Vanwege hun enorme schaal passen ze niet op bestaande bedrijventerreinen en worden er voor hen nieuwe stukken landschap aangesneden. Daar komt de productie van wind- en zonne-energie nog bij.
Natuurlijk moeten we ruimte bieden aan dynamiek in de economie en de samenleving. Maar de beleving van het landschap is onderdeel van die dynamiek. Zo zou je, net als onze rijksadviseur Berno Strootman kunnen zeggen: laten wij eerst al onze platte daken vol leggen met zonnepanelen voordat er overal zonneakkers met zwart-glimmende panelen her en der in het landschap verschijnen.Schoonheid heeft een prijs en een economische waarde. Niet alleen bij kunst, maar ook bij landschap. En als het weg of kapot is komt het niet snel weer terug. Bij landschap nog lastiger dan bij ‘gewone’ kunst. Gelukkig groeit het bewustzijn. Provincies nemen landschapsbehoud op in hun plannen, sommige boeren zaaien gevarieerde akkers in. Maar we zijn er nog lang niet.